dinsdag 13 augustus 2013

31 AUGUSTUS 2011

Al meer dan een jaar loop ik met het idee om mijn wederwaardigheden via een blogspot aan familie en vrienden te vertellen. Het kwam er maar steeds niet van. Vooral omdat ik niet wist hoe je zoiets doet, maar ook omdat ik twijfelde om in het openbaar, want zo werkt een blogspot, over de gevolgen en de voortgang van het ziekteproces te schrijven. Ik wil liever niet in de rol van slachtoffer/patiënt zitten.
Dat ik nu toch begin, komt omdat ik veel meer te vertellen heb, dan de gevolgen van een spierziekte.
In de omgang met senioren en door mijn eigen geschiedenis bereiken mij vaak verhalen, die ik in columns zou kunnen vertalen. En bovendien vind ik het leuk om te schrijven. Daarom kom ik ook wekelijks op het Schrijfatelier , hier in Groesbeek, en oefen ik mij, samen met leuke "studiegenoten" in het schrijven van  van verhalen.

Een paar maanden na de diagnose ALS schreef ik ter informatie aan de schrijfgroep een eerste verslag van de diagnose.
Daar begin ik nu mee:



De laatste dag van augustus 2011 was een mooie dag. Een mooi herfstzonnetje kleurde de bladeren van de bomen al een beetje en ik had de wind mee. Ik was op weg naar het Radboud Ziekenhuis voor een EMG van mijn linkerhand, want die functioneerde al geruime tijd niet meer goed. Er zat weinig kracht in. En dat begon nu ook langzaam in mijn rechterhand. Ik fietste met de Ebike en daar genoot ik van.De EMG was niet prettig maar vol te houden en de doktoren die mij omringden waren niet te verstaan, althans niet toen ze technische kreten met elkaar bespraken. Dat was hinderlijk, maar ik verwachtte geen ernstige problemen. En een van hen was zo vriendelijk om uit te leggen, dat de neuroloog dat 
beter kon duiden als hij een totaalplaatje had van mijn armspieren.
Wies zou ’s middags om twee uur ook komen per fiets om het gesprek met de neuroloog mee te maken en gezamenlijk zouden we na afloop doorfietsen naar mijn kleindochter in Malden, die vandaag één jaar werd.
De neuroloog vroeg mij om mij helemaal uit te kleden(behalve onderbroek) en hij onderzocht mij uitvoerig. Ook vroeg hij veel over de doodsoorzaak van mijn ouders en of er dementie in de familie was. Ik snapte niet precies wat dat met mijn handen te maken had. Daarna mochten we nog even in de wachtkamer, zodat hij de gegevens kon verwerken in zijn computer.
Toen we weer geroepen werden zag ik al aan zijn gezicht, dat hij ernstiger keek, dan tien minuten geleden. Hij viel met de deur in huis.”mijnheer Stalenhoef, ik moet de diagnose ALS stellen, dat is een ernstige progressieve  spierziekte waar geen herstel van mogelijk is”. Wies greep mij bij mijn hand. Ik kneep haar ook. De diagnose kwam hard aan.
Daarna  sprak hij nog veel meer, maar dat drong niet zo best door. Ik herinnerde mij, dat ik in maart nog met een collega  van desenioren gymclub gesproken had, die nu in een rolstoel zat en die vertelde ALS te hebben. En dat het alleen maar erger werd. Gelukkig stelde de neuroloog voor om over twee weken, als we beiden de schok enigszins verwerkt hadden, weer terug te komen voor een verdere bespreking. En het ALS team zou mij verder begeleiden. Een team van therapeuten en artsen staat voor mij klaar, zo zei hij, om mij te ondersteunen.
Op de fiets staarden we elkaar aan: Gingen we nu nog naar de verjaardag van ons kleinkind? Vertelden we deze schokkende mededeling aan onze zoon en zijn vrouw?  Ging ik vanavond nog naar de bestuursvergadering? Moesten we niet met spoed een hele lange vakantie boeken.? Gaan we vanaf morgen alles anders doen? Hoelang heb ik nog?
Nogal logisch gingen we toch naar onze zoon, want ons jongste kleinkind was voor de eerste keer in haar leven jarig. En we vertelden uiteraard aan mijn  zoon , dat de diagnose ALS gesteld werd. We speelden met de kleinkinderen en praatten over dagelijkse dingen met zoon en schoondochter. Thuisgekomen belde ik de vergadering af met vermelding van de reden. Achteraf blijkt, dat het de hele vergadering over mijn ziekte ging in mineur stemming. We besloten om ook  onze  andere zoon telefonisch  te informeren. Hij bleek erg geschrokken te zijn. Zaterdags zouden we voor Groei en Bloei stand bemanning zijn, maar ook wilden wij bij mijn familie zijn, omdat ze de verjaardag van onze jongste kleinkind vierde.  Daarom besloten we om tot de middag de stand te bemannen en dan door te fietsen naar Malden voor familieberaad met onze kinderen. Het werd een emotionele middag, waarbij ik me geborgen voelde bij mijn beide zonen en schoondochters.Het heeft een paar weken geduurd voordat we zeker wisten, dat we ons gewone leven weer gingen oppakken.