donderdag 26 maart 2015

KLAAGZANG



KLAAGZANG
Zo’n drie jaar geleden gebruikte ik voor de laatste maal toiletpapier op de WC. Toen  de doucheföhn toilet gemonteerd werd, hoefde ik geen papier meer te gebruiken. Dat was heel plezierig, alleen niet als we in een hotel  of bij familie thuis logeren,want dan is het een lastig probleem.

 Een half jaar later dronk ik voor het eerst koffie met een rietje. Toen had ik moeite met het idee, nu drink ik niet alleen koffie met een rietje, maar ook wijn, bier,  vruchtendrankjes en zelfs soep. Want een glas of beker vasthouden,nee, dat lukt echt niet meer.

 In september 2012 moest ik mijn rijbewijs inleveren, overigens terecht, want de kracht uit mijn vingers verdween steeds meer, maar na veertig jaar rijervaring, had ik wel moeite om aan de situatie te wennen. Nu mag ik bij vrienden en familie voor in de auto zitten , rechts, waar ik voorheen zelden heb gezeten.

 In het verleden  droeg ik broeken met een ritssluiting, door Wies speciaal uitgerust met een ringetje. Toch werd het steeds lastiger om met mijn vingers in de gulploze onderbroek door te dringen. Daarom  kochten we broeken met elastiekband in plaats van een  ritssluiting.  Dat werkt gelukkig nog steeds redelijk goed.

 Al vrij lang kan ik geen balpen meer hanteren, dus ook geen handtekening zetten, mijn portemonnee kan ik niet meer open doen, de sleutel van de deur omdraaien lukt al lang niet meer, en, als mijn rubber vingerhoedje niet in de buurt is, slaag ik er niet in om een bladzijde van krant of boek om te slaan. Zelfs een papieren zakdoek openvouwen is voor mij een behoorlijke  klus, zodat ik bij het niezen meestal te laat ben. Een irritant probleem is het ook, dat ik niet meer uit mijn neus kan pulken, niet meer op mijn hoofd kan krabben, de telefoon niet meer kan opnemen en mijn nagels niet meer kan knippen.

Toch is dit geen klachten epistel. Ik ben niet zielig. Ik geniet veel meer dan vroeger van alles wat ik tegen kom, de zon in mijn gezicht als ik op mijn driewielfiets een rondje om het dorp fiets, het roodborstje in de tuin, een kleinkind op mijn schoot, een zinnig gesprek met vrienden, een lekker avondmaal met liefde bereid door Wies, ´s avonds in harmonie zitten in de luie stoel met een klassieke  CD, en een glaasje wijn  met Wies. En ook deze lente zie ik toch weer de krokus uit de grond schieten en knoppen aan de bomen komen. Ik beleef dat intenser dan  vroeger.  Bovendien staan er diverse mensen om mij heen, die mij op vele wijze behulpzaam zijn. Wies als mijn echtgenote en mantelzorger,helpt mij met zowat alles,  eigenlijk hebben we de ziekte samen, maar uiteraard ook de vrienden, die de tuin bijhouden, de klusjes klaren en altijd beschikbaar zijn als je ze nodig hebt. Daar geniet ik van en ben ik blij mee. CARPE DIEM.
Maart 2015