vrijdag 27 november 2015

mijn haardracht



Mijn haardracht

De verpleging, die mij iedere morgen scheren, wassen en aankleden, kammen ook, als laatste actie van de ochtendzorg, mijn haren. Zoals de meesten van u wel weten is de haardos inmiddels sterk uitgedund en vooral boven op de schedel zit bijna niets meer. Toch vragen ze me vaak hoe ik de haardracht wil. Scheiding links of rechts, naar voren gekamd of liever naar achteren, over de hele schedel heen of liever schuin naar achteren.
Al vaker heb ik duidelijk gemaakt, dat het mij totaal niet interesseert, welke kaprichting ze kiezen. Een kam door de over gebleven haren is voldoende. Het geeft mij de indruk, dat het niet meer schots en scheef over mijn bol hangt en dat ik er daarom verzorgd uit zie.
Het tekent de zorgvuldigheid,  waarmee het zorgteam te werk gaat, want ze blijven, ook ongevraagd, zoeken naar een glimp van een scheiding en voldaan kijken naar hoe ze er nu weer in geslaagd zijn mijn haren tot tevredenheid te

woensdag 11 november 2015

wat zeg je?



WAT ZEG JE?
Bij de spierziekte ALS verlies je steeds meer spierkracht. Bij mij begon dat vier jaar geleden met mijn vingers. Wat ik oppakte gleed zomaar weer uit mijn vingers. Ook het schrijven met de hand ging steeds slechter. Daarna volgde mijn  armen en later ook de spieren van mijn schouders. Dat betekende dat ik mijn armen niet meer naar boven kon bewegen en dus ook het eten niet meer naar mijn mond kon leiden. Daar zijn mooie hulpmiddelen voor zoals een armlift en voor het drinken een rietje, maar het verlies aan spierkracht gaat gewoon door. Bij mij zijn nu, na vier jaar, de spieren van mond en keel aan de beurt. Al bijna een jaar merk ik, dat praten langzaam maar zeker lastiger wordt en meer moeite kost. Het moment is nu bereikt, dat normale communicatie niet meer mogelijk is. Mijn stemgeluid heeft weinig volume en komt over op doffe toon, zoals mensen die veel en hard hebben gezongen tijdens de carnaval of op de tribune van het voetbalstadion. Ik ben nog een beetje verstaanbaar als er geen omgevingsgeluiden zijn en als de gesprekspartner tegenover je zit. De persoon waarmee ik spreek moet dan wel goed luisteren en zijn aandacht op mij concentreren. Gaat er een radio aan of beginnen ook andere mensen te praten dan is de verstaanbaarheid nihil. Ondanks alle voorbereidingen worden mijn woorden toch soms niet begrepen. Er zijn dan allerlei varianten bij de luisteraar om dat kenbaar te maken, zoals :sorry, ik verstond je niet, of:zeg het nog eens. Minder prettig vind ik het als mensen mijn tekst een eigen  invulling geven, of doen of ze mij verstaan hebben en vrolijk doorgaan met hun eigen verhaal.
Toch besef ik dat het wegvallen van mijn stem meer consequenties heeft. Bij een normale communicatie is ook de intonatie belangrijk. De toonhoogte, de klemtoon, het tempo en meer van dat soort zaken maken een gesprek duidelijker en beter begrijpelijk. Veel zinnen zijn voor meerdere uitleg vatbaar. Enige intonatie lukt mij niet meer , mijn stem heeft nog maar weinig decibellen en die komen traag uit mijn keel. Enige tijd geleden was mijn reactievermogen ook nog veel sneller.
Ik kan me dus heel goed voorstellen, dat de mensen die mij al langer kennen, een ander verwachtingspatroon hebben van een gesprek met mij. Altijd klaar voor een komische wending of een relatievering of iets van dien aard. Soms vind ik, als ik naar mezelf kijk, dat het niet meer die zelfde Steef is van toen. Maar ik zal het ermee moeten doen. Binnenkort verwacht ik een computer met oogbesturing en tekstuitspraak, maar dat blijft maar een betrekkelijk kleine oplossing voor de communicatie met anderen.

Steef   november  2015.