PRUIMTABAK
Al decennia lang ,als neven en nichten bij een alcoholische
versnapering de familie historie in duiken ,komt onvermijdelijk het pruimtabak
verhaal weer op tafel. Er zweeft ook nog een tweede geval van pikante familie
drama’s, maar daarover later. Eerst leg ik graag even uit welke komische
blunder door opa Stalenhoef werd gemaakt. Opa Stalenhoef leefde van 1875
tot 1951. Hij had een broer, die in Utrecht woonde. Ik weet niet zeker of het
verhaal daar plaats vond of bij een ander familielid, maar ik heb wel altijd
begrepen, dat het een doorkijkwoning was met een groot raam in de woonkamer aan
de voorkant van huis. Het moet eind jaren veertig geweest zijn, vlak na de
tweede Wereldoorlog, want opa had al een verminderd gezichtsvermogen en hij was
ook enigszins hardhorend, zo wil het
verhaal. Onze oma had Jan, zo heette
hij, vooraf duidelijk gemaakt, dat hij zich netjes moest gedragen en dat er geen
kwispedoor aanwezig was, dus absoluut niet pruimen. Een belangrijk familie
trekje is bij de stalenhoeven, dat ze misschien wel willen luisteren, maar toch ook graag zelf Willen beslissen. En opa had erg veel trek in een pruimpje.
Toen oma samen met de gastheer en gastvrouw even naar de
keuken ging zag opa zijn kans schoon om naar zijn zak pruimtabak te grijpen. Snel nam
hij een plukje in zijn mond. Nadat hij enkele seconden gekauwd had, vroeg hij
zich af waar de kwispedoor stond. Dankzij zijn gehoor problemen had hij
uiteraard niet goed verstaan dat er helemaal geen spuugbakje was. Toen hij het
grote open venster zag stelde dat hem gerust. Wij weten inmiddels dat hij niet
meer zo goed kon zien. Vlak voordat de gastvrouw en gastheer de kamer binnen
kwamen nam hij de pruim uit zijn mond en zwiepte de natte bruine massa naar
buiten, althans dat dacht hij. In fraaie slierten spatte de bruine kwak op het
raam uiteen.
Ik was er niet bij en de overlevering is niet duidelijk over
de afloop. Het lijkt mij, dat oma goed kwaad geweest is. Het lijkt mij ook dat
opa enige tijd zwijgzaam is gebleven, Terwijl hij toch meestal de goedgemutste
levensgenieter was.