zaterdag 31 oktober 2015

Een telefoongesprek in 1990.



Een telefoongesprek met voor mij belangrijke gevolgen vond plaats in april 1990. Het was tijdens de avondmaaltijd. Mijn zoon, toen 22 jaar oud,  nam op en gaf de telefoon aan mij met de mededeling, dat het een Engelse meneer was. Toen ik het gesprek over nam, bleek het een  Japanse meneer te zijn. Mr. Yanagida  had ik in de jaren zeventig regelmatig ontmoet in zakelijk verband. Nu,tien jaar later, vertelde hij, dat hij bij Fuji in Kleef werkzaam  was en dat hij mij graag eens wilde ontmoeten om bij te praten. Wij spraken af een week later in hotel Okura in Amsterdam , dat is een chique Japans hotel in  Amsterdam. Ik zag hem gelijk bij binnenkomst in de lobby zitten. Hij begroette mij met een lichte buiging. Pas veel later begreep ik,  dat het een Japans begroetingsritueel is, waarbij de laagste in  rang het diepste behoort te buigen. Ik gaf hem een hand, want zo doen wij Hollanders dat. Alhoewel ik voorbereid was op een bijpraatsessie over ons gezamenlijk verleden, was het duidelijk, dat hij direct to the point wilde komen. Hij was directeur van Fuji Magnetics Europe en hij wilde  een vestiging in Nederland openen. Hij vond, dat ik de vestigingsmanager moest worden. Enigszins beduusd zei ik dat hij beter een jongere man kon zoeken. Als hoofd van een audio/video afdeling in de bibliotheekwereld voelde ik mij ook niet meteen de juiste man als verkoopmanager. Hij bleek te weten, dat ik even oud als hij was en sprak over levenservaring en zijn goede ervaring met loyale Nederlanders. Alhoewel ik nog meer pogingen  deed om zijn voorstel af te wijzen, was Yani (zoals ik hem later in eigen kring ging noemen) onvermurwbaar. Hij nodigde mij uit voor een oriĆ«nterend bezoek aan de fabriek in Kleef, waar gigantische hoeveelheden videocassettes  geproduceerd werden. Hij liet er geen gras over groeien, want een stand op de Efficiencybeurs in Amsterdam was al gereserveerd. Enkele maanden daarna startte ik mijn nieuwe baan in Groesbeek . Het was de ouverture van een totaal ander leven. We huurden een kantoorpand in Groesbeek, dichtbij het hoofdkantoor in Kleef  en samen met mijn eerste medewerker, Nora, begonnen we aan een schier onmogelijke taak om klanten te vinden voor onze videocassettes. Daar kwamen dan later ook nog audio- cassettes bij en floppies. Het klikte zo goed met Nora en met de kort daarna aangestelde Jean Mohring als verkoopleider, dat we gezamenlijk de ingewikkelde mentaliteit van de Japanners aardig konden weerstaan. Het telefoongesprek van toen  met Yany was de aanloop naar een totaal andere baan en een verhuizing naar de Bredeweg in Groesbeek met achterlating van de inmiddels volwassen kinderen in de Zaanstreek.

Het Amstel Hotel



Mijn droom was….

Toen ik ongeveer zeventien jaar was wilde ik eigenaar worden van een hotel. Niet zo’n gewoon klein hotelletje, nee een luxe hotel, waar je met alle egards ontvangen wordt door chique personeel en met een fraai restaurant, waar je superculinair kunt eten.
Dus wilde ik eerst naar de hogere hotelschool in Maastricht. Daar kreeg je de juiste opleiding, had ik gehoord van vriendjes. Met mijn handelsschool opleiding had ik voldoende voorkennis. Probleem was, dat het veel geld kostte. Het was een interne opleiding, dus het verblijf moest betaald worden en de extra opleidingskosten, enfin, als je geen rijke ouders hebt, gaat dat, in die tijd althans, niet zo makkelijk lukken. Mijn ouders vonden, dat ik eerst maar eens een psychologische test moest ondergaan bij een beroepskeuze bureau.  Daar bleek, dat ik voor het beroep van hotelbediende uitstekend geschikt was.Dus toen stonden mijn ouders voor een probleem.
Mijn vader had nog een ander voorstel. Als vertegenwoordiger van Peijnenburg’s koek leverde hij ook koek aan het magazijn van het beroemde Amstel Hotel in Amsterdam. Hij kon goed overweg met  de magazijnchef aldaar. Die was, op verzoek van mijn vader wel bereid om mij het harde leven van het horecabedrijf te laten zien.
Op een mooie voorjaarsdag toog ik in mijn beste kleding naar het uitermate chique hotel. De magazijnchef was alleraardigst tegen mij, hij  liet mij luxe hotelkamers zijn en een prachtige lunchroom met kristallen bollen verlichting, prachtige tapijten  en nog veel meer.
Toen vertelde hij over de weinige vrije tijd, die je als hoteleigenaar  hebt. Op zon- en feestdagen moest je hard werken. Met Kerstmis was je nooit thuis. Je moet uitsluitend het andere mensen naar de zin maken, zelf heb je nooit vrije tijd en meestal verdient het slecht.
Thuisgekomen vroeg mijn vader: en, hoe vond je het?
En ik antwoordde: ik wil journalist worden.
Steef

donderdag 29 oktober 2015

kletspraat



Het kwam hard aan toen de fysiotherapeute van het ALS Centrum in 2011, vlak de diagnose, tegen mij zei, dat ik voort moest maken als ik nog het huis wilde schilderen, want als u lang wacht heeft u niet voldoende spierkracht meer in uw armen.  Vrij kort daarna ben ik inderdaad aan de slag gegaan. Alle kozijnen werden door mij bijgeschilderd en de deuren en het balkon kregen een vers laagje. Zo kon het huis er weer jaren tegen aan, dacht ik en inderdaad nu naar vier jaar ziet alles er nog netjes uit behalve de kozijnen van de slaapkamer. Die staan op het zuiden en hebben veel zon in de zomer en regen in het najaar te doorstaan. Daarom kwam het thema kunststofkozijnen aan de orde. Onlangs werden kunststofkozijnen geplaatst zowel in de slaapkamer boven als in de twee kleine slaapkamers boven. Als ik vanaf de oprit naar boven kijk, ziet het er mooi uit, maar ik zal de kozijnen vanuit de slaapkamer nooit kunnen zien, want trappen lopen is echt niet meer mogelijk. 

Enige weken geleden was Wies ziek. Ze had buikgriep en liep van voren en van achteren leeg. Als partner gun je haar, dat ze rustig kan uitzieken, maar Wies is tevens mijn mantelzorger  en haar  hulp heb ik hard nodig. Niet alleen voor eten en drinken. Direct na een telefonische oproep kwam buurvrouw Tiny binnen. Er was nauwelijks overleg nodig om te beslissen, dat ze een broodmaaltijd voor mij ging maken en dat ze voor Wies kippensoep ging koken (want kippensoep, daar wordt je snel beter van) Ze bereidde ook nog een avondmaal, die we gezellig ´s avonds samen hebben verorberd (jij een hapje, ik een hapje ).  Het ging zelfs zover,  dat zij mij bij het slapen gaan in bed hielp, wat Wies meestal ´s avonds doet.Me dunkt, dat ik blij mag zijn met zo’n buurvrouw. De volgende dag kwam het zusje van Wies, Loes,  na telefonische op de hoogte te zijn gesteld, van Amsterdam naar hier in Groesbeek om Wies en mij bij te staan.  Waar ik zeer van onder de indruk was.

Die stem van mij is nog maar moeilijk te verstaan en ook erg vermoeiend om mee te praten. Het lukt al helemaal niet om mij verstaanbaar te maken als er omgevingsgeluid is, als de klok slaat, de kraan in de keuken loopt, een vrachtauto passeert of als er meerdere mensen tegelijk praten. Het past niet goed bij de manier van leven, die ik gewend ben, maar ik zal het er mee moeten doen. Hopelijk helpt een nieuw computersysteem met oogbesturing en spraakmogelijkheid mij binnenkort enigszins.

steef  oktober 2015