maandag 28 juli 2014

Ceintuurbaan amsterdam



 CEINTUURBAAN AMSTERDAM

Het was een tweedehands, meer dan tien jaar oude Ford Taunus, waarmee ik die dag over de Ceintuurbaan in Amsterdam langs het Sarphatipark reed. Toen ik 17 jaar was, verhuisden wij naar de Ceintuurbaan en  mijn moeder woonde daar nog steeds en  Wies en ik hadden daar na ons huwelijk ingewoond. Op de zolderetage was  in 1967 ons eerste kind geboren.
Plotseling zag ik mijn vader op het trottoir lopen. Ik herkende zijn loopje en zijn glanzende gladde achterover gekamde haar. Ik twijfelde geen moment, daar op de stoep, daar liep mijn vader. Ik zocht snel een parkeerplaats langs de kant van de weg, maar nog voor dat ik uitstapte drong het met een schok tot me door, dat mijn vader al drie jaar geleden was overleden. De mensen, die voorbij liepen leken absoluut niet op mijn vader. Het was, terwijl ik daar nooit in heb willen geloven, een soort visioen een zinsbegoocheling.   Diep in mijn hart voelde ik, dat ik de man al heel lang vreselijk gemist had. Zittend achter het stuur schoot ik in tranen en kwamen er herinneringen boven in een wirwar van emoties.
Toen we op de zolderverdieping bij mijn ouders inwoonden en Wies in verwachting raakte, besloten we de bevalling te laten plaats vinden in het Anna Paviljoen van het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis. Daar waren zowel Wies als ikzelf ook ter wereld gekomen, zij het bijna dertig jaar eerder. Toen het zover was,  bracht mijn vader ons naar het ziekenhuis met zijn auto. Hij ging weliswaar klanten bezoeken, die dag, maar regelmatig belde hij naar mijn moeder met de vraag of er al nieuws was. Volgens mijn moeder was hij flink nerveus en drong hij er bij mijn moeder op aan om bij het ziekenhuis navraag te doen. Zo’n bevalling hoeft toch niet zo lang te duren? Het duurde tot  ´s avonds laat voordat ik beide  ouders belde om de geboorte van een jongen aan te kondigen. De volgende ochtend kwamen mijn vader en moeder uiteraard al vroeg de nieuw geborene bezoeken. De zaal binnen lopend sprak hij tegen de jonge moeder,die nog lag bij te komen van de zware bevalling, de historische woorden  : het had een meisje moeten zijn!! Hij had graag een meisje als kleinkind gezien, logisch, want ik ben enigkind en jongen. Ondanks dat was mijn vader dol op Jeroen. Helaas heeft hij niet lang van zijn kleinkind kunnen genieten. Twee jaar later werd mijn vader ziek, een nierziekte. Op de avond, voordat hij opgenomen werd in het ziekenhuis, lag Jeroen naast zijn opa in bed. Toen wij het tijd vonden om hem naar zijn eigen bedje te brengen, was hij het daar volstrekt niet mee eens. Hij wilde bij opa blijven slapen. Enigszins overstuur hebben we de kleine Jeroen toch maar naar boven gebracht, nadat hij zijn opa welterusten gekust had. Hij heeft zijn opa nooit meer gezien.  Een week later was zijn opa overleden.  
Steef
Juli 2014