EEN MOOIE JONGE
VROUW.
Het was nu al de
derde keer, dat zij langs mijn rolstoel liep en, achterom kijkend, mij aankeek. Ik schatte
haar ongeveer dertig jaar. Ze had een mooi rimpelloos gezicht en ze droeg een
bril die haar goed stond. Het verbaasde mij, dat ze zo opvallend onopvallend
naar mij keek. Het doet me als oudere man goed als zo’n jonge vrouw nog oog
voor mij heeft maar tegelijkertijd lijkt het mij logisch dat haar blik in mijn
richting niet als flirten bedoeld is. Misschien kende ze mij ergens van of
misschien vroeg ze zich af waarom ik in een rolstoel zat. Wij bezochten een museum in den Haag met
schilderijen van een moderne schilder en ik deed mijn best om te begrijpen wat
de man moet hebben bedoeld met die grote gekleurde vlakken op panelen van
reusachtige omvang. Het was een beroemde Amerikaanse schilder en deze
tentoonstelling was uniek voor Nederland, maar dat betekende nog niet dat ik
warme gevoelens kreeg bij het kijken naar zijn werk. En de blik van die mooie
jonge vrouw haalde mij af en toe uit
mijn concentratie. Zou ze misschien, zo
fantaseerde ik, in de verpleging werkzaam zijn en zich afvragen waarom zo’n
gezond uitziende man in een rolstoel zat of was ze zich aan het voorbereiden op haar
hoofdrol als gehandicapte in een toneelstuk. Ze leek wel een beetje op een
bekende actrice. Toen ik haar na enige
tijd niet meer in mijn buurt zag, probeerde ik weer met volle aandacht naar die
kleurrijke panelen te kijken en ik vond sommige kleuren toch wel iets met me
doen als ik er vlak bij ging staan (zitten) en geconcentreerd bleef kijken. En
dat was moeilijk want het was druk in
het museum en ondanks bordjes die om stilte vroegen werd er heel wat
afgekletst.
Toen we onze jassen uit de garderobe haalden, sprak zij, de
mooie vrouw, ons opeens aan. Zij richtte zich tot Wies en mij met de vraag:
bent u de ouders van Jeroen en de opa en oma van Xi? Jeroen is inderdaad onze zoon en Xi onze
kleindochter uit Zaandam. Verbaasd zei ik: ja, maar wie bent u dan? "Ik heb u beiden een paar keer op het schoolplein gezien als u Xi en Quan kwam ophalen. Ik vind het leuk om te zien hoe
liefdevol grootouders met hun kleinkinderen omgaan. Mijn dochter is bevriend
met uw kleindochter." Maar hoe komt u
dan hier?" wilde ik weten. "Wel", zei ze, "ik studeer kunstgeschiedenis en wil afstuderen
op hedendaagse schilderkunst en daarom was ik hier." We raakten in gesprek over
de tentoonstelling en uiteraard ook over onze kleinkinderen. Toen we afscheid wilden nemen zei ze nog: "ik
heb u al diverse keren in het museum aangekeken, maar ik twijfelde steeds of
die man in die rolstoel dezelfde man was als de opa van Xi, want toen op het schoolplein zat u nog niet in een rolstoel." "Dus", zei ik, "u deed dus geen pogingen om met mij te flirten?"
Steef
januari 2015
januari 2015