vrijdag 4 september 2015

SPREKEN IN HET OPENBAAR



SPREKEN IN HET OPENBAAR.
Ergens in het begin van de jaren zeventig van de vorige eeuw heb ik een cursus  ¨spreken in het openbaar ¨ gevolgd. De introductie  lessen gingen over de technische kant van de redevoering, zoals het stemgebruik, de diverse soorten speeches en de indeling van het verhaal. Een zakelijke voordracht heeft een heel andere toon als een grafrede bijvoorbeeld. En met of zonder geluidsinstallatie maakt ook een groot verschil. Voorlezen van de tekst van een papier was uit den boze, een spiekbriefje met trefwoorden was meer dan voldoende, vond de docent.  Maar toen kwam de les, waarbij we stuk voor stuk voor de groep moesten staan om ons zelf voor te stellen.  Ik werd geacht  minimaal vijf minuten te spreken . Op mijn lagere school bestond zoiets als spreekbeurten nog niet. Ik was dan ook   behoorlijk nerveus. Gelukkig was ik niet het eerste slachtoffer, maar daardoor duurde die zenuwen ook langer. Ik vond dat andere cursisten erg goed spraken, wat zouden ze van mijn gebrabbel vinden. Tijdens de eerste spreekbeurt van mijn leven hakkelde en stotterde ik als of ik tegenover de koningin stond, terwijl er hooguit tien mensen in het kleine zaaltje zaten. Later , op de volgende avonden,  ging het langzaam beter en overwon ik de schroom om voor welke groep dan ook te staan. Wat mij na al die jaren vooral is bijgebleven is de regel: Houd je mond dicht als je niet weet waar je over praat. Als je voldoende kennis hebt van het onderwerp dan maakt het niet uit hoeveel mensen er in de zaal zitten. In mijn beroepsleven is deze kennis altijd goed van pas gekomen. De laatste keer dat ik in het openbaar sprak, was in maart vorig jaar. In mijn functie als voorzitter van Kwiek Groesbeek leidde ik voor de laatste keer de algemene ledenvergadering en tevens trad ik af als bestuurslid. Er waren toen al enige spraakproblemen bij mij en dat was al reden genoeg om enigszins zenuwachtig te zijn. Er zaten ook nog ongeveer tachtig mensen in de zaal en bij mij was er duidelijk  sprake van emoties omdat het mijn laatste vergadering was. Hier en daar met hulp van collega’s uit het bestuur lukte het vrij aardig, in ieder geval beter dan destijds bij mijn eerste speech.

1 opmerking:

  1. Nou Steef, jij doet het tenminste, ik doe dat voor geen goud. Spreken voor een publiek, verschrikkelijk, dat laat ik liever aan jou over.

    BeantwoordenVerwijderen