vrijdag 1 november 2013

HOE GAAT HET MET U?



Hoe gaat het nu met U??                                                                           23 september 2013.
Soms weet ik niet precies wat voor antwoord ik zal geven, als iemand mij vraagt hoe het met mij gaat. Aanvankelijk had ik mijn spierziekte uitsluitend gedeeld met mijn “inner circle”, zoals familieleden en enkele goede vrienden, maar na verloop van tijd wilde ik mijn verhaal wel aan meer mensen kwijt.
Daardoor kwam de informatie ook gewild of ongewild terecht bij mensen, die ik maar zeer beperkt ken. Het gevolg is, dat ik regelmatig word aangesproken door belangstellende leden van ons zangkoor of door buurtgenoten, die hun hondje uitlaten of collega’s van de senioren sportclub. Natuurlijk waardeer ik belangstelling, want het maakt toch deel uit van mijn leven. Dat buurtgenoten op de hoogte zijn van mijn spierziekte komt voornamelijk  omdat de zorgunit  in september vorig jaar werd geplaatst en de straat   een halve dag ontoegankelijk werd.  Een supergrote kraanwagen belemmerde de toegang tot de straat en tilde de zorgunit over het dak van ons huis naar de zijtuin. Het is duidelijk, dat de buurtgenoten belangstellend vroegen, wat dit betekende.
Laatst kwam ik iemand tegen, die ik zou kunnen omschrijven, als een kennis van een kennis van mij. Ik had nog nooit met de persoon gesproken maar af en toe alleen maar gegroet.  Hij kwam vertrouwelijk dicht bij mij staan en vroeg met bijna omfloerste stem: Hoe gaat het nu met je? Aan zijn gelaatsuitdrukking kon ik opmaken, dat hij  geen algemeen nietszeggend antwoord verwachtte, zoals dat in de dagelijkse omgang met bekenden gebruikelijk is. Zoals: ja goed hoor of dank je en met jou . Het woordje “nu” in de vraag gaf aan, dat hij er van uitging, dat het minder goed met mij gaat dan enige tijd geleden. Maar wat zou de man van mij weten? Dat ik een spierziekte heb, heb ik hem nooit verteld. Ik wilde kiezen tussen twee mogelijke onbeduidende antwoorden zonder precies te vertellen hoever het met mij staat. “naar omstandigheden redelijk wel” of “met slechte mensen gaat het altijd goed”. Dat bleek niet nodig, hij ging meteen verder met zijn eigen verhaal. Hij   bleek van een andere kennis gehoord te hebben welke ziekte ik heb en aangezien zijn neef (of een nicht dat ben ik vergeten)  ook een spierziekte heeft en  al enige tijd niet meer kan lopen en in een scootmobiel rondrijdt.
Daarna sprak hij uitvoerig, voor mij wel te uitvoerig, over de ernst van de ziekte bij zijn familielid en hoefde hij klaarblijkelijk geen informatie meer over mijn toestand. Ik onderbrak hem na enige tijd, omdat ik zogenaamd haast had en liep snel weg. Het is namelijk nogal frustrerend om te horen, wat de ziekte allemaal nog meer teweeg zal gaan brengen.
O ja, riep ik hem nog van veraf toe: met mij gaat het goed, hoor!!
Steef

Geen opmerkingen:

Een reactie posten